Een verhaal van overstimulatie

Na ettelijke voorafgaande mislukte behandelingen en diepe ontgoochelingen beslisten we algauw om over te stappen naar IVF. Na een intakegesprek wisten we ongeveer wat ons te wachten stond en waren we onder de indruk van de omvang en duur van de behandeling …

Na ettelijke voorafgaande mislukte behandelingen en diepe ontgoochelingen beslisten we algauw om over te stappen naar ivf. We hadden er wel al van gehoord en hier en daar iets over gelezen maar het bleef toch een grote stap in het onbekende. Na een intakegesprek wisten we ongeveer wat ons te wachten stond en waren we onder de indruk van de omvang en duur van de behandeling.

Het was even slikken maar denkend aan ons mooie doel kon het er best wel bij. De gedachte om een eigen kindje in mijn armen te kunnen houden, gaf me soms een onoverwinnelijk gevoel. Ondanks de angst voor het onbekende en het niet echt weten wat er allemaal op me af zou komen, stuwde mijn diepste wens mij met een gevoel van vertrouwen vooruit. Ik was klaar voor de ivf-strijd en om het in mijn gekke taaltje te zeggen, let’s rumble.

Tijdens mijn behandeling had ik last van kleine ongemakjes en vooral mijn humeur was soms miserabel. Die dekselse hormonen kunnen echt ongelooflijk met je voeten rammelen; ik heb ze zo dikwijls vervloekt maar ik had ze ook broodnodig. Gelukkig verliep de stimulatie op zich heel vlot. Al van bij de eerste echo bleek dat er zich veel follikels aan het ontwikkelen waren en ergens gaf me dit wel een geruststellend gevoel.

Mijn pick-up was enorm stresserend. Mijn man slaagde er eerst niet in om een spermastaaltje af te leveren en op een bepaald moment zei één van de verpleegsters “zonder sperma staaltje is een pick-up nutteloos”. Deze woorden sloegen bij ons in als een bom en onze onmacht werd eigenlijk alleen maar groter. Mijn man ging opnieuw naar huis om daar nogmaals te proberen terwijl er bij mij ondertussen beslist werd om de pick-up toch maar te laten doorgaan. De pick-up was enkele minuten bezig toen ik in de verte mijn man hoorde zeggen dat het in orde was. Wanneer ik even later ook nog vele malen hoorde zeggen dat er een eicel in de follikel aanwezig was, viel er een pak van mijn schouders af.

In de late namiddag gingen we naar huis met het nieuws dat van de 26 aangeprikte follikels er 20 bruikbare eicellen waren. Met een opgelucht en tevreden gevoel konden we naar huis. De volgende dag was best spannend want hoe zou het zijn met de bevruchting? Met een bang hartje belde ik naar het labo daar kregen we positief nieuws: van de 20 eicellen waren er 14 correct bevrucht en 9 waren nog in de running waren voor een transfer. De volgende dag werden we verwacht voor een embryotransfer. Een dikke zucht van opluchting ging doorheen de huiskamer, zou het toch nog goed komen?

Ondertussen was mijn buik flink gezwollen, was ik soms ook wel kortademig en wandelen was toch ook niet wat het hoorde te zijn. De dag nadien was het de dag van de transfer, vol goede moed trokken we naar het ziekenhuis en daar werd onze vreugde al meteen een pak getemperd, van het goede nieuws van de dag ervoor schoot er niet zoveel meer over. Maar twee embryo’s kwamen nog in aanmerking voor een terugplaatsing, de rest was uit elkaar gevallen. Reden onbekend. Een kleine ontgoocheling maar we hadden nog steeds twee kleine ukjes waarvan ik er ééntje terug in mijn baarmoeder mocht ontvangen. En ondanks de kleine ontgoocheling overviel me toch enige vorm van trots.

Terloops vroeg ik nog even of mijn buikklachten normaal waren en de reactie was dat ik me helemaal niet druk hoefde te maken. Het was normaal en met wat rust zou het overgaan. Wie was ik dan om daar op die moment aan te gaan twijfelen? De volgende dagen ging het eigenlijk alleen maar slechter en slechter. Ik had enorm veel buikpijn ik sliep er zelfs niet meer van, ik voelde me verschrikkelijk moe en kortademig en mijn buik begon enorm op te zwellen maar nog steeds had ik er geen erg in. Integendeel: stiekem stond ik zelfs voor de spiegel te genieten van mijn dikkere buik, ik stond te dagdromen over hoe trots ik wel niet zou zijn over mijn zwangere buik.

Hoe slecht ik me ook voelde, ondertussen moest ik ook terug aan de slag. De eerste twee dagen verliepen redelijk maar de derde dag was er teveel aan en op een bepaald ogenblik zagen mijn collega’s dat het me totaal niet meer lukte en ze stuurden me naar de dokter. Gelukkig zag mijn huisarts meteen de ernst van de situatie in en stuurde me door naar de spoedafdeling. Een echo wees uit dat mijn darmen aan het zwemmen waren in het vocht en ook mijn bloedonderzoek was niet goed. Mijn bloed was aan het indikken waardoor er gevaar optrad voor een trombose.

Een opname drong zich dus op en ik werd meteen aan het infuus gelegd. Ik kwam terecht in het kamertje waar ik lag voor mijn pick-up, amper een sardinedoosje groot, er was juist plaats genoeg voor een bed, een lavabo. Toen nog dacht ik dat het maar voor één nachtje was dus vond ik het allemaal niet zo erg. De eerste uren van mijn opname voelde ik me eigenlijk best wel goed en vroeg ik me af of mijn opname nu echt wel nodig was. Maar dan begon de ellende eigenlijk pas echt goed.

De ongemakken namen meer en meer toe en ondanks ik bekaf was, kon ik niet slapen door de pijn. Ik kon niet meer liggen, zitten ging ook niet al te best; wandelen lukte wel zolang ik maar voorover gebogen liep en het niet te ver was. Ik was lichamelijk een wrak en mentaal ging het ook steil bergafwaarts. Ik voelde me verschrikkelijk eenzaam in dat kleine kamertje, ver weg van alles en iedereen. Ik was dan wel opgenomen, toch lag ik niet op een gewone kamer: ik lag helemaal in afzondering in een piepklein kamertje tussen het verloskwartier en een andere onderzoeksruimte, passage was er dus amper tenzij er iemand een echo nodig had.

En in plaats van beter worden, voelde ik me dus alleen maar slechter worden. Het voelde toen echt allemaal alsof ik in een strafkamp was beland, terwijl ik eigenlijk alleen maar zwanger wilde worden. Na 3 dagen was mijn bloedwaarde voldoende hersteld om terug naar huis te mogen. Alleen vroeg de gynaecoloog of ik me wel goed genoeg voelde om naar huis te gaan, ik was immers 7kg bijgekomen in 3 dagen tijd. Toen ik zei dat ik naar huis toe wou, verklaarden ze me echt gek maar ’t kon me niet schelen. Alles was beter dan dat piepkleine, eenzame kamertje. En ook al had ik veel pijn, ik was wat blij dat ik terug thuis was. Langzaamaan ben ik dan beginnen herstellen en na een drietal weken kon ik terug naar behoren beginnen te functioneren.

Vier weken na de terugzetting van ons embryo’tje kregen we dan een nieuwe klap te verwerken: de behandeling was mislukt.

Bolsje